Maar wat is dat dan computational thinking?
In week 1 van de opleiding hebben we het gehad over de 21 eeuwse vaardigheden. Dit zijn de vaardigheden die we de leerlingen willen/ moeten aanleren in de 21 eeuw. Deze cirkel is daarvoor ontworpen door SLO en Kennisnet. Door deze cirkel willen ze de scholen handvatten geven voor het bevorderen van de verschillende vaardigheden van de kinderen. Een van deze vaardigheden zijn computational thinking. Dit houd eigenlijk in het leren denken in stapjes. In het tweede plaatje is is een cirkel te zien die je over de eerste cirkel kunt leggen waardoor je ze in 4 overkoepelende vaardigheden kunt indelen. Als je een les ontwerpt ben je vaak al onbewust bezig met deze vaardigheden, maar ze willen nu juist stimuleren dat je dat steeds bewuster gaat doen. De ene les kun je veel aandacht besteden aan probleem oplossend samen werken en een andere keer wil je het creatief denken stimuleren. Het is een kunst om zo veel mogelijk vaardigheden afwisselend aan te bieden.
Staatssecretaris Sander Dekker (OCW) reageerde als volgt op het eindadvies ‘Ons onderwijs2032’:
“Het werken en leren in de digitale wereld behoort tot de kern van toekomstgericht onderwijs [...] Dat betekent dat leerlingen ict-basiskennis opbouwen, informatievaardigheid ontwikkelen, mediawijs worden, en leren begrijpen hoe informatietechnologie werkt. Dit betreft niet alleen het gebruik van compu-ters en ict als consument, maar ook als producent.”


Is computational thinking en programmeren echt hetzelfde?
Computational thinking is dus een van de vaardigheden voor de toekomst. Onder computational thinking valt Probleem oplossend denken, creatief denken en computational thinking. Dit wil dus zeggen dat je de kinderen op een creatieve manier een probleem in stapjes leert oplossen. Een onderdeel van computational thinking is programmeren, want onder computational thinking verstaan we dus alle vaardigheden waardoor kinderen leren programmeren. Ook onder de leerlingen is dit woord bekend. Zo vertelde een leerling in mijn klas:"programmeren is een aantal stapjes die je invult op bijvoorbeeld een computer waardoor bijvoorbeeld een robotje dat het gaat uitvoeren. Omdat er steeds meer gevraagd wordt rondom programmeren heeft slo ook een leerlijn ontwikkeld voor programmeren.
Bestaan er ook tools voor?
Voor het leren programmeren worden steeds meer dingen ontworpen. Zo stond er onlangs nog een escape room programmeren op de Dutch Technologie week. Hierbij moesten leerlingen binnen 15 minuten uit een escape room ontsnappen die geheel in het teken stond van programmeren. Ook zijn er websites die de mogelijkheid bieden om regelmatig bezig te zijn met programmeren zoals scratch en bomberbot. Op deze sites worden de leerlingen uitgedaagd om te leren programmeren. Je hebt ook websites die spullen aanbieden om in de klas te leren programmeren met robotjes zoals bij codekinderen en microbit
In mijn stage
Afgelopen week ben ik met de klas ook aan de slag gegaan met programmeren. In de eerste week op de pabo zijn we bezig geweest met bomberbot. Bomberbot is een programmeerprogramma waarbij je een robot opdrachten laat doen in volgorde. Zo moet je tellen hoeveel stappen hij moet lopen en welke handelingen hij moet doen. Je leert dus door een spel in stapjes te denken. Ik merkte dat ik er zelf heel fanatiek in werd, want je wil graag zo veel mogelijk sterren en punten halen, maar omdat te doen moet je het snel en goed doen. Wij als klas waren er heel enthousiast over dus ik was heel benieuwd hoe dit in de klas zou zijn.
Ik had vooraf voor iedereen een account aangemaakt zodat ze snel aan de slag zouden kunnen. Ik ben toe begonnen in de kring en hebben les een gedaan van de site. Hierbij ging het over wat programmeren was en waar je het allemaal zag gebeuren. Erg mooi om te zien hoeveel de leerlingen hier eigenlijk al vanaf weten. Daarna mochten ze naar hun zeggen eindelijk aan de slag met een spel. Iets wat ze zo graag wilden. Dus na een goede uitleg mochten ze aan de slag. En ik moet zeggen wat gingen ze enthousiast aan de slag. Op de gezichten was af te lezen hoe erg ze in het spel zaten. Ze kwam er soms niet uit en dan mochten ze hulp vragen aan een medeleerling, maar die mocht het antwoord dat niet vertellen. Ze wilden zo graag door spelen dat je we de maximale tijd hebben benut. Tijdens het na bespreken gaven ze als tips dat ze het leuk vonden dat ze een spel mochten spelen, dat het uitdagend was en dat ze dit vooral vaker wilden spelen.

Of ik nog wat anders heb gedaan? Jazeker!
Ik heb zoals de titel al zegt nog meer getest in de klas. Tijdens de taal les hebben ze een verhaal geschreven en die wilden ze graag voorlezen voor de klas, maar als ik ze een voor een naar voren roep is dat niet heel erg spannend. Dus riep ik de fruitmachine in het leven. Dit is een machine waar je in dit geval de namen invult en als die op een naam kwam mocht diegenen voor lezen. Het voordeel is dat de leerlingen vol spanning kijken wie de volgende wordt, ook diegene die niet mee wilden doen. Ook is het erg handig dat als je een naam hebt gehad dat je die handig weer kunt verwijderen. Iets wat voor de volgende keer niet zo handig is is dat je de namen steeds opnieuw moet invoeren. Al met al een tool die je af en toe kunt inzetten, maar niet te vaak want dan gaat de spanning er ook vanaf. De gezichten mogen niet getoond worden.

Reactie plaatsen
Reacties
Hoi Annelijn,
De opbouw van jouw blog ziet er goed uit, eerst wat theorie en daarna wat je op stage uitvoert.
Wat fijn om te zien dat je al veel dingen op je stage aan het uitproberen bent en dat het zo goed bij de kinderen bevalt. Goed dat je zelf in de blog ook jouw ervaring laat zien. Ik weet nu hoe het is gegaan en hoe je het de volgende keer anders zou doen. Ik ben benieuwd welke dingen je nog meer gaat testen.
Tip: Let op kromme zinnen en denk aan de bronvermelding.
Groetjes Cindy